zondag 28 september 2014

Drie wevers in Fes

Drie wevers zaten aan even zoveel weefgetouwen. In de kleine ruimte was het even dubben vanuit welke positie ik het beste zicht had om een getouw te tekenen. Intussen werkten de wevers onverdroten voort. Het stof dat het weven genereerde vermengde zich met de rook van vele sigaretten. De atmosfeer was hier bijna even verstikkend als in de werkplaats van de meubelmakers. Toen ik klaar was met de tekening viel mij pas de prachtige kleden op die op stapels lagen om aan de winkels verkocht te worden. Ik koos er één uit om mee te nemen.(52)

zaterdag 27 september 2014

De Meubelmakers van Fes

In een grotere werkplaats waar zeker wel een tiental mannen bezig waren, werden kasten en deuren gemaakt. De zaagmachine maakten een geweldig lawaai en het zaagsel zorgde voor enorm veel stof. Te midden van alle lawaai en bedrijvigheid stond een klein geitje. Maar dat wilde ik niet tekenen. Mijn oog was gevallen op de jongeman die de kasten opschilderde. Bert kreeg toestemming van de voorman dat ik mocht tekenen. Later toen ik in de B&B een kopie van de tekening had laten maken, dacht de jongen dat hij ervoor moest betalen. Hij was helemaal beduusd dat hij zoiets zo maar kreeg. De voorman borg het snel op in een kantoortje. (56)

vrijdag 26 september 2014

De houtbewerkers van Fes

Vlak bij de Bab Guissa bevonden zich de houtbewerkers. De woest uitziende man in de tekening freesde stokjes hardhout in de deuropening van zijn ondiepe werkplaatsje. De stukjes hout die gemodelleerd waren voorzien, werden in een andere werkplaats in elkaar gezet tot ze een rasterwerk vormden. Het rasterwerk werd vervolgens ergens anders verwerkt in een meubelstuk of luik (51)

donderdag 25 september 2014

Mijn kamer in de Dar Bague de Kenza

Het Simulacrum toerisme waar mijn reizen in Marokko ook onder vallen, is erg populair geworden in het nieuwe Millenium. In Fes is het verbouwen van oude vervallen Dars tot B&Bs nog niet echt goed op gang gekomen zoals in Marrakesh. Alhoewel onze Britse gastvrouw in Moulay Idriss gewag maakte van een los samenwerkingsverband van buitenlandse B&B eigenaren in Fes. De Dar Bague de Kenza had een Marokkaanse eigenaar die het beheer aan een viertal over liet. Mijn kamer die ik met Bert deelde, was zeer ruim en ‘traditioneel’ ingericht en gestoffeerd. Ik weet wel zeker dat het niets te maken had met een slaapkamer in een willekeurig Marokkaans huis, maar ik kwam er wel achter dat alles wat je op deze tekening ziet en ook de dingen die je niet ziet (de TV was verruild voor een bed voor Bert) om de hoek gemaakt waren. Dat feit boeide mij ontzettend. Vandaar die lange inleiding over Ibn Khaldoun en de Islamitische economie.(49)

woensdag 24 september 2014

De economie in Marokko

Speculeren op consumentengedrag is het leidende principe van onze economie. Om het te laten werken draait alles om kwantiteit zodat de prijs laag kan worden gehouden: het Woolworth principe. Dat in tegenstelling tot de economie van Ibn Khaldoun waar werk en vakmanschap door ‘aaabiyya’ het leidende principe was. ‘Onze’ economie is inmiddels wereldomvattend. Dat was vooral zichtbaar in de textiel Soek in Meknes waar goedkope massaal geproduceerde merkkleding de stoffen zaken en kleermakers heeft verdrongen. Het begon allemaal in de negentiende eeuw met ‘handelsverdragen’ tussen koloniale wereldmachten en lokale heersers. Hierbij kreeg de heerser westerse techniek in ruil voor een afzet gebied voor grote hoeveelheden goedkope westerse prullen. Deze consumptieartikelen drukten de producten die in de plaatselijke werkplaatsen gemaakt werden weg. In ruil daarvoor kreeg het land een spoorweg en wapens. De door de plaatselijke heerser opgelegde marktovername ging niet altijd makkelijk, want in de Islamitische wereld hadden de gildes grote macht. Gelukkig hielpen de kanonnen en westerse militaire ‘adviseurs’ hierbij een handje. In Marokko waar nog veel waarde wordt gehecht aan traditionele kleding en inrichting gaat het verdringen van de ‘werk’ economie door de ‘consumptie’ economie niet zo snel als in andere landen in de Islamitische wereld. Paradoxaal genoeg helpt het toerisme hierbij een handje.(60)

dinsdag 23 september 2014

De economie volgens Ibn Khaldoun

Ibn Khaldoun heeft als eerste economie gedefinieerd. Volgens hem bestaat economie uit een serie processen die waarden aan iets toevoegen. Een grondstof is niets waard als je er niets van kan maken. Het moment dat het ingezet wordt voor een doel, wordt het met iedere stap waardevoller. En dan is het ook nog belangrijk welke techniek er tijdens iedere stap op losgelaten wordt. Hoe meer werk en vaardigheid worden toegevoegd aan technieken en ambachtelijkheid hoe hoger de waarde van het uiteindelijke product. Graan is niets waard totdat er brood van gemaakt wordt en wordt nog veel waardevoller als gebakje. Ibn Khaldoun beschrijft het verschil tussen “zelfvoorziening’ en ‘winst’; dat wat in een gemeenschap nodig is om voort te bestaan en overschot. Voor het creëren van ‘overschot’ heb je ‘asabiyya’ nodig, Hoe beter de opbouw van de sociale samenhang en hoe groter de gemeenschap hoe makkelijker het is om winst te maken uit het werk. Dan kunnen er producten met meer diversiteit en kwaliteit geboden kunnen worden en is de afname groter. Groei en ontwikkeling stimuleren aanbod en afname wat prijzen en daarmee welvaart beïnvloedt. Werk ligt daarom altijd aan de basis van waarde en wordt dusdanig beloond. Iedereen in de ‘asabiyya’ levert zijn deel. Gildes zijn belangrijk om technieken en vaardigheden te ontwikkelen en Soeks zijn de plaatsen waar onderdelen gemaakt en samengevoegd worden tot een product dat verkocht of verhandelt kan worden. Dat is hoe de economieën in de Islamitische wereld werkten. En dat was wat ik vond in Fes. (57)

maandag 22 september 2014

Over Ibn Khaldoun

Ibn Khaldoun die in 1406 in Cairo stierf, heeft in zijn jonge jaren gewoond en gewerkt in Fes. Hij is vooral bekend omdat hij de geschiedenis van de grote Berber dynastieën heeft geschreven, maar hij heeft in zijn Wereldgeschiedenis, de Muqaddimah, over nagenoeg alles zijn licht geschenen. Hoe wij naar de wereld hebben leren kijken is in grote mate door hem bepaald. Zijn werk was zo vernieuwend dat er voor veel fenomenen die hij beschreef geen woorden waren; die maakte hij dan zelf. Zijn belangrijkste nieuwe woord was ‘asabiyyah: sociale samenhang die tot vorming van een gemeenschap leidt. Hij begint de Muqaddimah met het opstellen van de criteria waaraan geschiedschrijving moet voldoen. Hij ging hierbij uit van wat hij geleerd had van de traditie die na de dood van Mohammed, Boodschapper van God, is ontstaan om alle overleveringen op waarheid te toetsen. Daarmee maakte Ibn Khaldoun geschiedschrijving tot wetenschap. Ibn Khaldoun was in zijn leven naast schrijver/filosoof ook politicus, ambtenaar, rechtsgeleerde en zelfs journalist. In navolging van de eerste Islamitische rechtsgeleerden die probeerden in het kielzog van Mohammed een wetboek samen te stellen, de Sharia, maakte Ibn Khaldoun analogie en consensus de criteria van zijn onderzoeken. (54)