maandag 6 oktober 2014

Afscheid

Zelfs deze reis kwam ten einde. Mounir bracht ons naar de parkeerplaats voor de Bab Guissa. Hij had een muilezel gecharterd voor onze bagage. Daar namen we een taxi terug naar het station. Na wat geharrewar (we hadden een kaartje voor de verkeerde dag) stapten we in de trein naar Casablanca. We logeerden in een nieuw en perfect hotel tegenover het mooie station. Ik was zoals altijd voor een vliegreis bloednerveus en kon helaas niet echt genieten van de stad. Ik heb er ook niet getekend. De laatste tekening is van het park in Fes met de klaterende rivier, de hoge palmen en Fatima de toiletjuffrouw met haar katten. (58)

zaterdag 4 oktober 2014

Samira de keukenprinses van dar Bague de Kenza

Samira was bijna altijd in de keuken te vinden. De ingang naar de keuken was halverwege de trap. Als je de deur inkeek leek het een nauwe pijpenla, maar eenmaal binnen bleek het mooi en ruim. Het zag er ‘Spaans’ of ‘Andaloesisch’ uit. Ik probeerde haar eerst in de keuken te tekenen, maar de administratrice joeg mij meteen weg waarvoor zij later door Mohammed op d’r donder kreeg. Samira werd weinig tijd gegund. Tenslotte na interventie van Mohammed, kon ik haar de laatste ochtend op het dak waar we ontbeten, tekenen toen ze kwam afruimen. (65)

vrijdag 3 oktober 2014

Mounir de loopjongen van Dar Bague de Kenza

Mounir was nog jong en daardoor de laagste in de pikorde in Dar Bague de Kenza. Hij moest ons bedienen en dat deed hij met de nodige overtuiging. Hij werd daarin ondersteund door zijn kostuum. Hij was altijd gekleed in de typische kleding van de Touareg. Eerst dacht ik dat het een verkleedpartij was ten behoeve van de toeristen, en dat hij helemaal geen lid van de stam was. Maar toen ik zei dat ik hem zou portretteren, haalde hij de ceremoniële riem van aan elkaar geklonken versierde metalen schijven tevoorschijn en wilde er beslist mee op de tekening. (63)

donderdag 2 oktober 2014

Mohammed de manager van Dar Bague de Kenza

Mohammed was de baas van Dar Bague de Kenza. Niet de echte baas, want die woonde in de Ville Nouvelle en kwam alleen om de winst op te strijken, maar de manager. Hij had een door brand beschadigd gezicht. Het litteken weefsel zat voornamelijk rond de ogen en volgens mij was één oog blind. Alsof een plastic bril op zijn ogen was gesmolten. Daardoor moest ik extra aandacht aan zijn portret besteden. Het was niet makkelijk om een leuk portretje te tekenen en tegelijk de verminking te honoreren. Het is goed gelukt, al zeg ik het zelf. (64)

woensdag 1 oktober 2014

Terug in de Dar Bague de Kenza

Na iedere tekentocht in de stad kwam ik snel in onze B&B terug om de tekening veilig te stellen en fotokopiën te laten maken voor de modellen. Het kon dus niet anders of de bediening zag de tekeningen. Op de laatste dag heb ik drie van de vier getekend. De administratrice wilde niet getekend worden. Ze was naar de tandarts geweest en die had een van haar voortanden getrokken. Ze had niet alleen pijn, maar had ook veel schaamte voor het gat. Maar eerst kon ik het niet laten om de katten van de buren te tekenen die in een moeizame relatie met elkaar over het dak kroelden. Ik heb ze in één tekening twee maal afgebeeld. (53)

dinsdag 30 september 2014

Lunch voor de handwerkslieden van Fes

Aan het einde van de straat die van de Bab Guissa naar beneden slingerde was een pleintje met een boom in het midden. Links boog een weg af richting de soek waar de zadels en tuigage van de rij- trek- en lastdieren gemaakt worden. Rechts was de weg dieper de Medina in waar de kleding soek was. Op het pleintje was ook een kippenslager waar stapels kooien met kippen stonden te wachten op klanten. Als een kip gekocht was, werd de kop er meteen afgehakt en het lijf uitgebloed en Halal gezegend. In de buurt waren dan ook veel kleine eethuisjes. De klanten daarvan waren de handwerkslieden uit de buurt. Op de tekening staat Mohammed die vooral gefrituurde etenswaren aanbood. (62)

maandag 29 september 2014

De leerbewerkers van Fes

De eerste ochtend in Fes vroeg ik de dame van de administratie in Dar Bague de Kenza waar ik een kleermaker kon vinden. Ze antwoordde dat er weliswaar een kleermaker om de hoek zat, maar dat hij alleen reparaties verrichtte. We togen er meteen op af en net als in Marrakesh legde ik hem mijn favoriete overhemd van de Dunnes voor. Hij was blij dat hij nu echt iets kon maken in plaats van alleen maar repareren. Ik bestelde twee overhemden en ging materiaal kopen in de stoffen soek in het laagste punt van de Medina. Naast het werkplaatsje van de kleermaker waren twee leerbewerkers tassen aan het maken. De twee broers hadden de zaak van hun bejaarde vader overgenomen die gespecialiseerd was in handtassen. Maar met alle goedkope namaak Gucci tassen in de kleding soek, konden ze die nauwelijks meer kwijt. Ze besloten over te gaan op schooltassen en actetassen. En dat was een succes. Na de stoffige en lawaaierige werkplaatsen waar ik getekend had, was het hier bij deze lieve jongens krap maar heel comfortabel. Bert deed me een pennen tasje van hen cadeau. (61)